Israël

ISRAEL

מדינת ישראל
دولة اسرائيل

Medinat Yisrael

 

Israël of de Staat Israël (Hebreeuws: מדינת ישראל - Medinat Jisraël; Arabisch: دولة اسرائيل - Dawlat Israïl) is een klein land in Azië, het Midden-Oosten en de Levant. Het is ongeveer half zo groot als Nederland en telt ongeveer 6,5 miljoen inwoners; de grootste bevolkingsgroepen zijn de Joden (ruim 77%) en de Palestijnen (17,5%).
Israël is het enige land met een Joodse bevolkingsmeerderheid. In het Midden-Oosten is Israël ook het enige land zonder islamitische bevolkingsmeerderheid en - samen met Turkije en Iran - een van de drie niet-Arabische landen.

Mede door mijn christelijke achtergrond, heb ik altijd al eens het beloofde land willen bezoeken. Het bleek echter nooit de goede tijd hiervoor en steeds weer werd Israel op de lange baan geschoven.
Israël en de Palestijnse gebieden zijn immers nogal eens negatief in het wereldnieuws. Weer kreeg ik regelmatig te horen: 'durf jij daar naartoe'? Dat heeft vooral met de beeldvorming te maken en het onbekende.
Totdat ik in december 2009 weer eens tegen vele goed bedoelde adviezen in, voet op de beloofde bodem heb gezet.
De reis ging vanuit Luik met Jetairfly vlucht JAF 4637 naar Tel Aviv volgens schema:
Donderdag 10/12/2009
18:15 LIEGE - 23:40 Tel Aviv

Onder mijn medepassagiers zijn veel Chassidische Joden, in het zwart gekleed met hoed en lange baard en pijpenkrullen. Nogal wat vrouwen dragen een pruik als hoofdbedekking.
Vandaag begint het joodse chanouka feest, dat ze gaan vieren in het thuisland.
De wachttijd bij de gate wordt benut om in groepjes van een gelovige man of tien de gebeden op te zeggen voor een voorspoedige vlucht. Met een veilig gevoel bestijg ik het toestel van Jetairfly.
We landen na zo'n 4:30 uur vliegen op Ben Gurion Airport in het plaatsje Lod, een van de best bewaakte luchthavens ter wereld.
Met de (niet eens zo uitgebreide) controle achter de rug vertrek ik richting Rishon Le Tsiyon, dat het uitgangspunt wordt voor m'n bezoekjes aan het heilige land.


Na een korte, maar goede nachtrust kan ik niet wachten om m'n ontdekkingstocht te beginnen en voert de gloednieuwe, zesbaans snelweg geleidelijk omhoog door de heuvels van Judea naar Jeruzalem.
Als we bij de stadspoort aankomen is er niks bijzonders te zien. Integendeel, met het chaotische verkeer en de overvolle parkeerplaatsen is het een gewone, drukke stad als vele andere.
De aarde straalt geen bijzonder licht uit en er is geen speciale ster aan de hemel te zien.
Toch heeft het iets magisch om hier te staan. Het feit dat door de eeuwen heen zoveel mensen naar deze stad en regio verlangd hebben als naar het beloofde land maakt het een indrukwekkende ervaring.

 

ירושלים Jerusalem القدس

 Jeroesjalajim - al-Qoeds

 

Voor de Israëli's is Jerusalem de 'Plaats van de Vrede' en voor de Arabieren 'de Heilige'.
Deze heilige stad is het thuis van de heilige plaatsen voor joden, christenen en moslims.
Bovendien is Jeruzalem ook de hoofdstad van het moderne Israël en de plaats waar nationale instellingen zoals de Knesset, het Israël museum, de Hebreeuwse Universiteit en het Yad Vashem Holocaust Gedenkteken en Museum gevestigd zijn.

Het feit dat Jeruzalem binnen drie godsdiensten (christendom, islam en jodendom) als heilige plaats wordt beschouwd, is een belangrijke reden voor de strijd die in de loop van de geschiedenis vaak is geleverd.
Het oudste gedeelte van Jeruzalem bestaat uit de Joodse wijk, de Moslimwijk, de Christelijke wijk en de Armeense wijk. Binnen de muren van de oude stad bevinden zich enkele van de meest vooraanstaande religieuze plaatsen uit de hele wereld : de Westelijke (Klaag)muur, de Al-Aqsa Moskee, de Rotskoepel en de Kerk van het Heilig Graf. Buiten de stadsmuren liggen enkele andere belangrijke plaatsen zoals de Olijfberg, de tuin van Gethsemane en de Kerk van Alle Volkeren.

 

Door de Dung Gate of de Mestpoort komen we op de Western Wall Plaza. Deze poort heeft zijn naam te danken aan het feit dat dit het laagste punt van de stad is, in vroeger tijden kwam hier het afval terecht.
Vandaag de dag ontkomt niemand aan de controleposten en worden alle bezoekers en hun tassen gescand.
De enorme, blinde muur die is opgetrokken uit grote steenblokken is de Klaagmuur. Velen denken ten onrechte dat de klaagmuur een restant is van een tempel uit Jesus dagen. Maar van die tempel is niets meer over. Het is wel de plek waar je het dichts bij de plaats van de tempel komt, voor zover we dat kunnen weten. De Klaagmuur wordt beschouwd als de heiligste plaats in het Jodendom. De gelovigen komen hierheen om te bidden en briefjes in de spleten en gaten in de muur te stoppen, omdat ze denken dat ze niet dichter bij God kunnen komen dan hier.
De Joden spreken trouwens niet van de Klaagmuur, ze noemen deze 'Kotel' ofwel simpelweg 'de muur', meestal met 'westelijke' hieraan toegevoegd.
Het terrein voor de muur is verdeeld in twee vlakken: links een mannengedeelte en rechts de vrouwenkant, men bidt gescheiden. 

 


Overal in Israel is het leger, de surveillances zijn een onderdeel van het dagelijks leven. Voor alle 18- 21 jarigen geldt de dienstplicht, jongens moeten 3 jaar het leger in en meisjes 2 jaar. Voor studie wordt uitstel verleend, maar nadien moet men alsnog in dienst om daar het vak woorvoor men geleerd heeft voor die periode onbetaald uit te oefenen in het leger.
Iedereen heeft er mee te maken en iedereen kent in zijn omgeving wel een oorlogsslachtoffer.
In het openbaar vervoer zitten de jongens (soms gewoon in 'burger' spijkerbroek en shirt) met grote automatische geweren, diensplichtigen moeten hun wapen altijd bij zich dragen.
Bij werkelijk alle openbare gebouwen zoals stations, musea en zelfs kerken is bij het binnengaan controle, alle tassen gaan door de scanner. In supermarkten en winkelcentra worden, in tegenstelling tot bij ons, de tassen gecontroleerd vóórdat je de winkel ingaat, in plaats van bij het verlaten van de winkel. En niet voor niks. Een bizarre ervaring.

 

De veronderstelde route van de laatste tocht van Christus op weg naar zijn kruisiging, die bekend staat als de Via Dolorosa (straat vol smarten) of de kruisweg, loopt nu door een wirwar van achterafstraatjes en steegjes die uitpuilen van de souvenierswinkeltjes. Er is geen historisch bewijs voor de route, die door de eeuwen heen is veranderd. Toch is de traditie zo sterk dat talloze pelgrims van overal ter wereld Jerusalem bezoeken om deze route te lopen.

De oude stad is een vierkante kilometer groot. De muur eromheen is door Suleiman de Grote gebouwd (1542). Je kunt over de muur lopen, bij de Jaffapoort is en opgang met kassa.
De muur heeft 34 torens en 8 poorten:
* Damascuspoort, de grote poort in het midden van de noordzijde, leidt naar de grote bazaar;
* Nieuwe poort, noord-westzijde: toegang tot de christelijke wijk;
* Jaffapoort, de grote open poort. Hier is de muur onderbroken. Toegang tot de bazaar;
* Sionspoort, zuid-west zijde: toegang tot de joodse wijk;
* Mestpoort, zuidzijde: toegang tot het Klaagmuurterrein en de Tempelberg;
* Gouden Poort: sinds 1530 door de Truken dichtgemetseld, ooit toegang tot tempelplein;
* Stefanuspoort of Leeuwenpoort: toegans tot de Arabische wijk/ Via Dolorosa;
* Herodespoort of Bloemenpoort, noordzijde: toegang tot Arabische wijk.

Een bezoek op vrijdagavond aan Me'a she'arim is een belevenis op zich. Het lijkt wel autoloze zondag in deze wijk die het bolwerk van ultrorthodoxe jodendom is. Hier wonen de in het zwart geklede leden van verschillende fundamentalistische sekten, waarvan sommigen zelfs tegen het bestaan van de staat Israel zelf zijn. De smalle straten, stegen en binnenplaatsen en de snit van de kleding zijn gebaseerd op Oost-Europa in de late Middeleeuwen. Niet-opzichtige kleding is verplicht voor vrouwen, of ze er nu wonen of op bezoek komen. Fotograferen en verkeer zijn niet toegestaan op vrijdagavond en zaterdag. Inwoners kunnen agressief reageren op toeristen die deze regels overtreden dus we laten -ook uit respect- de camera hier maar ongebruikt. We zijn hier te gast en dat betekent ook aanpassen aan de geldende regels en gewoontes.

De olijfberg die ten oosten van de oude stad verrijst is met zijn 800 meter de hoogste berg in de omgeving van Jeruzalem. Als we over de kam rijden zie je hoe dichtbij de woestijn is, als achtertuin van de stad.
Deze heuvel is niet bedekt met olijfbomen, maar met witte grafstenen, die bijna vanaf de top door het dal heen tot aan de stadsmuur liggen. Veel joden willen begraven worden op de Olijfberg, men geloofd dat de mensen die hier begraven zijn als eersten uit de dood zullen opstaan als de messias komt. De berg wordt nog steeds als begraafplaats gebruikt, maar om hier een laatste rustplaats te krijgen is voor de meeste mensen onbetaalbaar geworden.

De olijfberg wordt ook vereerd door christenen omdat de hof van Getsemane aan de voet van de heuvel ligt. Dit is in het christelijke geloof de plaats waar Christus verraden werd. Vlak ervoor staat de Franciscaanse Kerk van Alle Naties, die ook bekend staat als de Basiliek van de Doodsstrijd. De kerk heeft een groot mozaïek in de gevel waarop Christus te zien is die bemiddelt tussen God en de mensen.
Op de heuvel liggen nog talrijke andere plaatsen die verband houden met de laatste dagen van Jezus, persoonlijk vind ik het schitterende uitzicht vanaf de top op de oude stad met de rotskoepel het hoogtepunt.

Aan de olijfbomen in de hof van Gethsemane dankt de Olijfberg zijn naam. Dit is de olijfgaard waar Jesus zijn laatste uren zou hebben doorgebracht. Sommige mensen geloven dat de oude bomen nog uit deze tijd dateren. Recent wetenschappelijk onderzoek houdt het op 1700 jaar. De olijfboom sterft op den duur wel af maar groeit op een andere plek vanaf het wortelgestel weer op.

De Russisch Orthodoxe kerk zijn glimmende uivorminge torens is vanuit de verte zichtbaar, maar nog niet zo direkt bereikbaar. Als we na even zoeken de ingang gevonden hebben, is de kerk helaas gesloten en blijken de openingstijden erg beperkt te zijn.

 

We lopen door de Stefanuspoort (=Leeuwenpoort) de oude stad weer binnen, volgens de plattegrond zou de Tempelberg het dichtste bij deze ingang liggen. Alle ingangen zijn echter gesloten of versperd door de bewaking. Het duurt even voordat we er achter komen dat er maar één ingang is voor de Tempelberg en dat we daarvoor weer terug moeten naar de Western Wall Plaza. Door een zwaar bewaakte tunnel bereiken we uiteindelijk de Tempelberg, waar we korte tijd later door het leger weer weggestuurd worden. Onverbiddelijk sluitingstijd, maar niet voordat we de pracht en praal snel even snel hebben kunnen bewonderen.

 

De Al Aqsa moskee is voor moslims de op drie na heiligste plek (na Mekka en Medina). De moskee trekt elke vrijdag grote groepen moslims die hier rond het middaguur komen bidden. De Al Aqsa is een tamelijk streng uitziend gebouw, die er voor een van de belangrijkste moskeeën in de islam nogal sjofeltjes uitziet. Alhoewel ik persoonlijk de ingang in zijn soberheid toch indrukwekkend vind. 

De ster van de oude stad is de grandioze Rotskoepel op de Tempelberg. Het is een van de verschillende fraaie islamitische bouwwerken binnen de oude muren van de Tempelberg en een architectonisch hoogtepunt van heel Jeruzalem.
De Rotskoepel bestaat uit een mooie achthoekige structuur van blauwe tegels die worden bekroond door een glanzende koepel van brons en aluminum. Hier is dus niet alles goud wat er blinkt.

Voor het gebouw liggen brede trappen, waarover driedubbele bogen lopen, gemaakt door de kruisvaarders.
De Rotskoepel staat op de plaats waar Abraham werd gevraagd zijn zoon Isaäk te offeren, waar Mohammed de aarde verliet op zijn nachtelijke rit en waar het Heilige der Heilige van Herodes Tempel zich bevond.

Jesus werd in Bethlehem in een kribbe geboren en een engel verscheen aan herders in de nabije velden om hen het blije nieuws te verkondigen. (Lucas 2:1-20) In de 4e eeuw werd op deze plek een kerk gebouwd.
De geboortekerk van Betlehem ligt via snelweg 60 minder dan een kwartiertje van de oude stadsmuur van Jerusalem verwijderd. Maar de afstand is een enorme sprong, de stad valt onder de Palestijnse autoriteit. Om Betlehem te bereiken moeten we door de 'muur'. Een bizarre ervaring, ineens houdt de weg op en staan we voor het ijzeren gordijn op een zwaar bewaakt millitair terrein.
Feitelijk zijn er voor de doorsnee bezoeker weinig beperkingen, er is alleen een paspoortcontrole met veel machtsvertoon door enkele onvriendelijke Israelische beambten.
Verder is Betlehem goed te bezoeken, je bent er als gast welkom. De daar wonende Palestijnen benadrukken steeds dat toerisme vrijwel de enige bron van inkomsten is en ook het daarin meekomende contact met de buitenwereld.
Wel is het verstandig om de auto met Israelische kentekenplaten te laten staan en de reis voort te zetten met een plaatselijke taxi.
Afgezien van wat vervelende jongelui die op de bekende, Arabische, opdringerige manier hun waar proberen te slijten, hebben we echter geen vervelende gebeurtenissen meegemaakt.

De Knesset ligt in een wijk waar vooral regeringsgebouwen liggen. het parlementsgebouw zelf is aan de buitenkant geen toonbeeld van fijnzinnige architectuur. Op afstand heeft het gebouw wel iets van een bunker.
Oorspronkelijk was het de bedoeling dat de ingang aan de zuidkant zou komen, maar men kwam er op de valreep achter dat Jordaanse artillerie in de buurt van Bethlehem de ingang zou kunnen beschieten. Deze dreiging werd later ongedaan gemaakt, maar de ingang bleef aan de andere kant.
Knesset (samenkomst) is ook de naam van het Israëlisch parlement dat 120 leden telt.
Tegenover de Knesset staat een 5 meter hoge gegraveerde bronzen menorah die geschonken werd door het Britse parlement. Daarachter ligt de Wohl Rozentuin, die in de lente en de herfst in lichterlaaie wordt gezet door de bekende 'Knesset rozen'.
Het was even schrikken toen we in een rozenperkje een 'verdachte' achtergelaten tas ontdekten. Na melding bij de beveiliging leek er even wat bedrijvigheid te bespeuren, maar klaarblijkelijk werden ze er niet warm of koud van.

WADI QELT

Vanuit Jeruzalem rijden we richting de dode zee. De GPS wil een omweg maken van 40 km om de Palestijnse gebieden te ontwijken. Dat gaan we niet doen, zodat we op onze route ook een kijkje kunnen gaan nemen op het uitzichtpunt bij wadi Qelt. Soms moet je een beetje eigenwijs zijn.
Wadi Qelt is een diepe, indrukwekkende kloof in de Judea woestijn. De wadi begint ten noorden van Jerusalem en loopt naar Jericho, verschillende bronnen zorgen er onderweg door dat er het hele jaar water in de wadi stroomt. Een prachtig gebied, echter niet geheel ongevaarlijk, de kloof loopt midden door het centrum van de Westelijke Jordaanoever. Het is heel verleidelijk, maar de weg verder is afgesloten en we willen het noodlot niet tarten. Met pijn in het hart verlaten we deze fantastische plek.
De mooie tocht voert verder door de Judea woestijn en kilometers lang langs de Dode Zee aan de linkerzijde en de woestijn aan de rechterzijde. Het is een rit met grote hoogteverschillen, met Jeruzalem op 600m hoogte en de Dode Zee op -400m. Langs de kant van de weg staat op borden aangegeven hoe ver we onder zeenivo dalen.

Ein Gedi is een kloof in een kalkrotswand, waarin veel natuurlijke grotten zijn ontstaan. In de kloof loopt een beekje, de nachal Dawid, de Davidsstroom. Het is een prachtige beschermd natuurpark waar men goed toegankelijke wandelroutes heeft gecreëerd en daarmee ook een druk bezochte toeristenplek. 

MASSADA  מצדה

30 km ten zuiden van Ein Gedi ligt op een rotsplateau de bergvesting Massada. De opgravingen laten de luxe zien van het paleis dat Herodus de Grote hier bouwde in 40 v C. De machtige tafelberg was een ideale plek voor de onneembare vesting die de koning nodig had.
Het uizicht is het meest indrukwekkend van alles. Helaas waren we net te laat om voor de zonsondergang de wandeling over het slangenpad naar beneden te maken, maar een ritje met de kabelbaan zat er gelukkig nog in.

NAZARETH الناصرة נצרת


Nazareth is een drukke, Arabische stad. De voorstad, Nazareth Illit, heeft een overwegend joodse bevolking.
We treden hier weliswaar in vroeg-christelijke voetsporen, maar het gehele straatbeeld straalt een uitgesproken arabische sfeer uit en voldoet geheel niet aan het beeld dat je verwacht. 

Bij een Christelijke kerk in een arabische omgeving hoort blijkbaar een tekst als deze.
Sommige moslims zijn wel erg kleingeestig om deze mededeling aan de achterkant van de basiliek van de Annunciatie aan te brengen.

In Nazarth werd Maria bezocht door de engel Gabriël, die haar de komst van haar kind verkondigde. (Lucas 1:26-38) De basiliek van de Annunciatie herinnert hieraan.
In de tuin staat de st Jozefkerk, die in 1914 werd herbouwd op de vermeende plek van Jozefs huis en timmerwerkplaats.

הַר תָּבוֹר‎

Op de berg Tabor, Har Tavor, 10 km ten oosten van Nazareth staat een mooie basiliek ter herinnering aan de Transfiguratie. Deze staat tussen de resten van een 12e eeuws islamitsch fort. Helaas komen we net boven op de berg in de lunchpauze en blijven de poorten gesloten voor ons. Maar de mooie rit naar boven met prachtige uitzichten op Galilea was de moeite waard.

Het meer van Tiberias, Yam Kinnereth, en de op zijn oever gelegen stad Tiberias vormen het hart van Galilea. Als grootste zoetwatermeer van het land behoort het Meer van Tiberias tot de grootste natuurlijke rijkdommen van Israël. Vanuit een krachtcentrale in het noorden van het meer worden met behulp van gigantische pompen en pijpleidingen (National Water Carrier) vele steden en zelfs de Negev-woestijn van water voorzien.
Het meer is ongeveer 10 km breed en zo'n 20 km lang, de grootste diepte is ruim 40 meter en wordt gevoed door de rivier de Jodaan die er doorheen stroomt. Het meer ligt 200 m onder de zeespiegel.
Het meer staat al sinds bijbelse tijden bekend om zijn overvloed aan vis. Veel van Jezus discipelen waren hier visser en een groot deel van zijn leven en predikingen speelden zich af op de oevers. Een aantal bekende bijbelverhalen zoals dat waarin Jezus op het water loopt, een storm liet stoppen en vele zieken genas, spelen zich af op dit meer.
Vandaag de dag is het meer een populair toeristencentrum met een gevarieerd aanbod van hotels en watersportmogelijkheden in de zomerperiode.  
Tiberias Teverja טב טבריה

Van Kfar Nahum, ים כנרת de stad van Jezus, is weinig over behalve de ruines, omgven door zwart basalten muren en blootgelegd door franciscaner monniken, nadat het eeuwenlang verwaarloosd was geweest. Men zegt dat Jezus hier meer preekte en meer wonderen verrichtte dan ergens anders.
Het is nu een openluchtmuseum omgeven door een mooie tuin en er is een nieuwe kerk gebouwd in de vorm van een schip.
Even verderop ligt als een plaatje op de oevers van het meer het Grieks-orthodox klooster..

TEL AVIV תל אביב

Een eeuw geleden bestond het nog niet, de grootste joodse stad ter wereld heeft zich razendsnel ontwikkeld.
Tel Aviv speelt, Haifa werkt, Jeruzalem bidt. zo worden in de volksmond de drie Israëlische steden gekarakteriseert. Het is een stad voor levensgenieters en materialisten, er zijn weinig tekenen van joodse of andere religies.
Tel Aviv omschrijft zichzelf als de stad die nooit ophoudt, het is en jonge stad die in 1909 werd gesticht ten noorden van de oude stad Jaffa.

תל אביב Jaffa تَلْ أَبِيبْافايافا

Volgens mijn reisgids zou Jaffa een van de hoogtepunten van mijn reis worden als sprookje uit 1001 nacht met zijn schilderachtige steegjes, sfeervolle haventje, gezellige terrasjes en pittoreske pleintjes.
Dat werd toch enigszins een desillusie. Waarschijnlijk vooral omdat de 'sfeervolle' bedrijvigheid in de havenbuurt veelal bestond uit bouwaktiviteiten voor de aanleg van een ondergronds treinstation.
Oud Jaffa is vooral een toeristische attractie en met de bouwput is het oude karakter ver te zoeken. De oudste haven ter wereld is een voorstad geworden van de nieuwste stad in Israel. Aan zee scheidt slechts een korte afstand Jaffa van Tel Aviv, daarachter zijn ze één en sinds 1950 vormen ze één gemeente.

Het herkenningspunt in Jaffa is de weinig Arabisch aandoende Clocktower in Yefet Street, die er eerder uitziet als een uit de toon vallend stuk victoriaanse kunst. Eromheen heerst een ietwat oosterse sfeer, met de steegjes van de vlooienmarkt (shuk Ha-Pishpeshim) die niet Arabisch maar Joods is.
Aan de andere kant liggen de drukke, rommelige straten van Jaffa.

AKKO

Met de Israëlische spoorwegen vertrek ik op mijn voorlaatste dag in Israël noordwaarts, er is een goede, regelmatige verbinding langs de Middellandse Zeekust tussen Tel Aviv via Haifa naar Nahariya. Die stad blijkt weinig te bieden en al gauw zet ik koers richting Akko. Dat is een vrij grote Arabische industriestad, maar heeft een fascinerende Oude Stad met oude en stokoude gebouwen, vestingwerken, torens en een historische havenwijkje.
Op het station is geen taxi te vinden en de bus laat ook op zich wachten, dus ik ga maar een eindje lopen. De Weizman street is niet zo ver van het station en loopt door de voormalige stadspoort in de imposane stadswal naar de uitsluitend door Arabieren bewoonde Oude Stad. Links op de vestingmuren is een mooi uitzicht.
Onder de grond ligt de fraai bewaard gebleven kruisvaardersstad, een uitgestrekt complex van zalen en gangen onder de grond, omdat de 18e eeuwse citadel erbovenop is gebouwd.
Naast Jerusalem is dit volgens mij de meest sfeervolle en interessante stad van het heilige land. Ik kan maar geen afscheid nemen van deze oude stad, zodat er helaas geen tijd meer is om Haifa nog aan te doen. Het leven is een kwestie van keuzes maken, dit houden we tegoed voor een volgende keer.

 

What's in a name? In Israël heel veel.
De plaatsnamen langs de weg staan – volgens de voorschriften – in drie talen, Hebreeuws, Arabisch en Engels. Al te vaak is het een ratjetoe bij de spelling, afhankelijk van de ambtenaar die de schrijfwijze bepaalt. Dat kon bij het vinden van de weg wel eens even zoeken zijn, ook de GPS had regelmatig problemen met de verschillende benamingen. Zo hebben we even gezocht naar Safed, dat ook wel geschreven wordt als Zefat, Tsefat, Sefad, Tsfat, Sefed, of Sefad.
Of bijvoorbeeld onderweg naar Ceasarea, kun je ook de aanduiding Caesarea, Qesarya, Qesariyya en Ceysaria op de borden aantreffen.
Maar het gaat de Israëlische minister van vervoer, Jisrael Katz, om veel meer dan administratieve uniformiteit. In zijn ogen is het ook een zionistische maatregel en moeten de borden in alle drie de talen voortaan de Hebreeuwse namen melden. Dus geen Oersjalim al-Koeds in het Arabisch, of Jerusalem in het Engels maar Yerushalaim (Jeroesjalaim), zowel in de Hebreeuwse, Latijnse en Arabische letters. En Nazareth heet voortaan niet meer Nazareth, of Al-Nasra in het Arabisch, maar Natsrat zoals het in het Hebreeuws heet.
Namen zijn belangrijk, ze vertellen de geschiedenis, ze bepalen de identiteit en geven vaak aan wie de baas is. In Israël hebben zelfs de meeste immigranten hun oude naam verhebreeuwiseerd. Jarenlang was het beleid dat de nieuwkommer bijna gedwongen werd een Israëlische naam te kiezen. En anders koos de ambtenaar van binnenlandse zaken wel voor hem/haar. Moesa uit Irak en Moses uit Duitsland werden Mosjé. Als het niet al bij aankomst was geregeld, kon dat later alsnog gebeuren, bijvoorbeeld in het leger. Zo werd Ariel Sheinerman tot Ariel Sjaron en David Grün veranderde in David Ben Gurion.

Op de laatste dag ga ik voor het vertrek naar huis nog even een kibboets bekijken.
De kibboets (kibbutz, kibbutzim) is het bekendste instituut van Israël. Het systeem is gebaseerd op gedeelde arbeid, wederzijdse hulp, gezamenlijke zeggenschap en een sobere manier van leven. Beslissingen werden gemeenschapelijk genomen, niemand bezat eigendom en kinderen woonden gescheiden van hun ouders. De oorsprong van de kibboetsbeweging stamt uit begin 1900 toen duizenden socialistische Russische joden vluchtten onder vaak zwaren omstandigheden (sommigen kwamen te voet) naar Palestina.
Slechts 2 procent van de bevolking woont nu in een kibboets, maar toch spelen de 'kibboetsniks' een buitenproportionele grote rol in het Israëlische leven. Veel hoge legerofficieren, ministers en bestuurders hebben een kibboetsachtergrond.
Een gemeenschappelijk leven trekt echter niet iedereen. Tegenwoordig is de kibboets steeds meer een gewoon, niet gemeenschappelijk dorp. De grond en huis wordt gehuurd, de kost wordt niet meer alleen verdiend in de landbouw, maar ieder heeft zijn eigen werk en inkomen, ook van buiten de kibboets. De kindertehuizen werden geschrapt, men vindt tegenwoordig dat de kinderen beter bij hun eigen ouders kunnen opgroeien.
Veel kibboetsen hebben inmiddels het toerisme tot een belangrijk onderdeel van hun inkomsten gemaakt. Sommige bieden accomodatie van hoge kwaliteit die niet voor de hotels in de stad onderdoen.
Na een uitgebreide lunch in de wat ongezellige kantine-achtige eetzaal wordt het tijd om de koffer weer te pakken voor de geplande avondvlucht.

Aangekomen op Ben Gurion Airport begint het lange wachten met een doorwaakte nacht in het vooruitzicht. Na alle controles: ondervraging, paspoortcontrole, koffer door de scanner, handmatige koffercontrole en weer wachten bij de incheckbalie, blijkt al gauw dat we vanavond niet meer gaan vliegen. De bemanning van de Jetairfly vlucht staat door sneeuwval in Belgie in de file op de snelwegen bij Luik.
Het leed is echter snel geleden als de airline voor mij en mijn gestrande medepassagiers een kamer heeft geregeld in het Carlton hotel in Tel Aviv. De nacht wordt doorgebracht in een luxe hotelbed in plaats van de krappe vliegtuigstoel. Dat komt me eigenlijk helemaal niet zo slecht uit!
Na een super-de-luxe ontbijtje staat de bus naar de airport alweer klaar en even later bestijgen we zonder problemen het toestel voor de vlucht naar Luik. Als ik mijn plaats aan het gangpad ingenomen heb, zie ik dat er nog gewoon een flesje water in m'n tas zit wat moeiteloos door alle controles is gekomen. Hoezo strenge controle? 

 

 

 

 

Israel is een fascinerend en ondoorgrondelijk land van tegenstellingen, contrasten en verbluffende variatie. Het blijft verbazen en roept uiteenlopende beelden op.
Er is geen land ter wereld met zo weinig vierkante kilometers en zoveel geschiedenis als Israël /Palestina.

Het is het land van de zorgeloze vakantie, waar volgens het Israelisch toeristenburo 'de zon zelf vakantie viert' en uitnodigt om in vier zeeën te zwemmen, waarbij je in het geval van de dode zee de zwemkunst niet eens meester hoeft te zijn.

Het is het land van het moderne Tel Aviv met de vele luxueuze hotels en weinig verschil met de westerse wereldsteden.
Het is het land met een uitgebreide infrastructuur, uitstekende snelwegen en een efficient openbaar vervoer netwerk, maar ook met smalle steegjes in de oude centra en Arabische wijken.
Het is het kleine land met vier klimaatzones, en vier duidelijk te onderscheiden landstreken, van de vrachtbare mediterrane heuvels in het noorden tot de kurkdroge woestijn in het zuiden; van de met sneeuw bedekte berg Hermon tot de zoute Dode Zee op het laagste punt van aarde.

Het is het land van de historische sites en musea.
Het is het land van de bijbel en de pelgimstochten, het centrum van de wereldgodsdiensten en hun heilige plaatsen.
Het is het land waarin Palestijnen en Israeli's al vijftig jaar onverzoenlijk op hun 'rechten' staan.


Wat wil je ook; het land lag op het kruispunt van drie continenten, een doortochtland.
Je zult er maar wonen. Het land van melk en honing was in ieder geval geen luilekkerland.
De meeste Israéli's zeggen simpelweg: Ha-aretz: 'Het Land'.

Persoonlijk ondervond ik maar één probleem: de tijd was te kort, er blijft nog zoveel over om te zien en te beleven!