PETRA

Een van de hootepunten van onze reis door Jordanië is natuurlijk Petra, the spectacular rose-red city. Deze stad werd ongeveer 2000 jaar geleden door de Nabateeers gesticht. Het bijzondere is dat de stad verborgen ligt achter een bergmasief en geheel in de rotsen is uitgehouwen. Een werkelijk schitterende wandeling voert naar dit ultieme bouwwerk. Nadat de oorspronkelijke bewoners Petra hadden verlaten, duurde het tot het jaar 1812 voordat de stad -bij toeval- werd ontdekt. Nog steeds worden nieuwe ontdekkingen gedaan van tempels en andere overblijfselen uit de bloeitijd van deze antieke stad.
Vroeg in de avond komen we aan in Wadi Musa, waar we een hotel betrekken op twee minuten van de ingang van Petra. We kruipen op tijd tussen de lakens, morgen willen we fit zijn voor de wandeling en klim in de ruïnestad van de Nabateeërs die onlangs -zeer terecht- is uitgeroepen tot één van de 7 wereldwonderen.

 

We beginnen de dag vroeg om de grootste drukte voor te zijn en omdat in de vroege ochtendzon het licht op de mystieke roze-rode rotsstad op z'n mooist is.
We besluiten de groep te verlaten en de stad zonder gids, paard of kameel te verkennen om ons in eigen tempo volledig te kunnen concentreren op en genieten van al het moois dat we te zien gaan krijgen.
Vorige keer zijn we niet toegekomen aan de klim naar het klooster, dat willen we vandaag wel gaan zien.
Ook de tweede keer is de wandeling door de kloof nog steeds magisch, spannend, adembenemend en het mooiste wat ik ooit heb gezien.

De siq is een smalle kloof van zo'n 70 meter hoog en hier en daar maar 4 meter breed. Als de kloof nauwer wordt de de voetstappen tegen de hoge rotswanden echoën, zien we door de smalle lichtspleet in de verte een roze kleur schemeren. Langzaam opent het uitzicht op Petra's beroemdste en meest afgebeelde monument: Het schathuis van de Farao, the Treasury, ofwel el-Khazne firaum.

De eerste blik is ook de tweede keer weer indrukwekkend, ik kan er geen genoeg van krijgen, dit is onbeschrijfelijk!

 

Om het pad naar Al- Deir of het klooster het hoofd te bieden moeten we zowat een uur klimmen. Het is geen moeilijke klim, maar het hoogteverschil is uiteindelijk wel meer dan 200 meter. Ik wil het rustig aan doen, om onderweg ook te kunnen genieten van de uitzichten op het ruige landschap, en de rotsen van de meest gevarieerde vormen en kleuren.
Steeds weer worden we gevraagd of we toch echt geen ezel willen huren, of dan toch wel een paard en anders dan toch zeker een kameel, maar ik blijf toch echt met beide benen op de grond zelf lopen. Dat lijkt me comfortabeler dan de klim naar boven op een ezel- of kamelenrug, ik moet er niet aan denken!
Behalve de bedouinen die de ezels verhuren zien we nog geen mede-wandelaars, we wanen ons even alleen onderweg.
Niet ver na de start wijst een bord linksaf, als we dit volgen komen we bij het leeuwengraf. We blijken van het pad afgeweken te zijn en moeten weer terugklauteren over de rotsen. Al gauw vinden we weer de juiste weg met de trappen naar boven.
We hebben in totaal zo'n 1000 treden te gaan en dat breekt toch wel op voor een onervaren klimmer met niet al te beste conditie! Als ik het bijna op wil geven komt een Engels stel ons tegemoet om me een hart onder de riem te steken. Zij komen al terug en vertellen dat we er bijna zijn en dat het ontzettend de moeite waard is. Na even uithijgen en een flinke slok water heb ik weer voldoende moed en energie om de laatste trappen te bestijgen.
Aan het einde hiervan komen we op een bergplateau. Daar verschijnt rechts in de bergwand de imposante facade van ed-Deir. Met zijn 50 meter breedte en 40 meter hoogte is dit verreweg het grootste rotsmonument, misschien nog wel indrukwekkender dan de Treasury. Daar doet het gebouw wel sterk aan denken, maar het klooster mist de versieringen van de gevel van het schathuis.
Op het plateau staat een van de dranktentjes die petra rijk is en hier genieten we van een welverdiende cola en onze rust met het fantastische uitzicht op ed-Deir en het landschap.
Na een tijdje zijn we weer voldoende bekomen van de grote klim om nog een stukje verder te klauteren, hierboven is nog een uitzichtpunt waar we van de wijde omgeving kunnen genieten.
Dan lopen we de 1000 treden weer terug naar beneden om daar nog een laatste blik te werpen op de andere graven, de colonnadestraat en het theater.
Veel te snel moeten we aan het einde van de middag Petra al weer achter ons laten en gaan we op weg naar Aqaba.

AQABA

Aqaba gaan we op eigen houtje verkennen, we willen er een rustige dag van maken en wat relaxen en zonnen aan het zwembed van het Golden Tulip hotel. Het komt vreemd bij ons over dat we in een badplaats zijn, waar in het centrum geen vrij toegankelijk strand is. Waar voorheen het openbaar strand was, wordt nu gebouwd aan een lagune en nog meer luxe hotels. Het overige strand is privé eigendom van de grote resorts, die 25 euro entree vragen.
Maar na een paar uurtjes luieren bij het zwembad, waar het nogal ongezellig en kaal is, hebben we alweer genoeg van het niksen en besluiten we de stad in te gaan, op zoek naar het fort.
Vandaag is de eerste dag van de ramadan en de terasjes zijn uitgestorven. Toch krijgen we in de mooie tuin van een Libanees restaurant onder de palmen wat te drinken.
Omdat het nogal warm is, kiezen we toch maar voor het gemak van een taxi met airco en laten ons naar het fort rijden. Dat blijkt een goede keuze als het fort gesloten is, maar de chauffeur de poort toch weet te openen en ons binnen laat.

De taxichauffeur weet ons nieuwsgierig te maken als hij vertelt over het vier-landenpunt waar mooie uitzichten over Israel, Egypte en Saudi-Arabie te zien zouden zijn. Dat willen we wel, dus laten we ons verleiden tot een ritje.
Even later kijken we uit op het 5 km verderop gelegen eilat en zien we de hotels in Taba liggen aan de overkant van de Golf van Aqaba.

De rest van de middag brengen we door op South-Beach, niet ver van de Grens van Saudi-Arabie. Het is een prachtig aangelegd strand, waar in het weekend de locals komen picknicken en waar het nu heerlijk rustig is. Het is hier goed toeven op het witte strand onder de palmen met het rif direct bereikbaar. Helaas hebben we geen snorkelspullen en te weinig tijd........
Op het terras van het restaurant, in de vorm van een schip, dineren we voortreffelijk met veel verse vis voor 4 euro.
We zitten hier op een steenworp van Saudi Arabie, in de verte is de grensovergang te zien. Op een bord langs de weg wordt alvast gewezen op het feit dat vrouwen achter het stuur hier niet toegelaten worden en een alcoholverbod geldt in het buurland. Dikke Mercedessen en luxe landrovers rijden hier richting de grens terug naar huis. Het portret van de koningen van Saudi Arabie en Jordanie zien we nog, maar verder is voor ons verboden terrein, zelfs fotograferen zit er hier verder niet meer in, we worden geboden de fotocamera uit te zetten.

 

WADI RUM



Na een goed uur rijden vanuit Aqaba komen we aan in Wadi Rum, waar we een jeeptocht gaan maken in het grandioze woestijnlandschap. De opeengestapelde zandsteenlagen van de bergen veranderen voortdurend van kleur. We zien links en rechts prachtige rotsformaties in allerlei vormen, rotswanden met inscripties en een natuurlijke brug.
Zeer zeker de moeite waard, maar de western desert in Egypte vind ik toch mooier.