TUNESIË

الجمهورية التونسية

Al-joumhouriyya At-Tounisiyya'

Tunesië (Arabisch: تونس) is een Arabisch land in Noord Afrika, grenzend aan Algerije en Libië en aan de Middelandse zee.
Het behoort tot de Maghreblanden, waar ook Marokko, Mauritanië, Algerije en Libië toe worden gerekend.

Het meest noordelijke land van Afrika en bijna 2,5 maal zo groot als Nederland en België samen. Bijna de helft van het land bestaat uit woestijn.
Het land staat bekend om zijn bijna 1300 km kustlijn met bijna 600 km aan stranden die tot de mooiste van de middelandse zee gerekend mogen worden.

Sinds 1991 brachten we diverse malen per jaar een bezoekje aan dit land. Door een opeenstapeling van slechte ervaringen zijn de verschillende reisgenoten één voor één afgehaakt. Dit alles was ook voor mijzelf een reden om mijn bezoekjes hier op een lager pitje te zetten en uit te wijken naar andere (buur)landen en om de wijdere wereld te gaan ontdekken.
Maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan en in 2010 heb ik wederom een sentimental journey gemaakt naar dit land, waarvan elders op deze site een impressie.
 
Voor wat betreft de vroegere reisjes uit het tijdperk van de fotorolletjes en videocamera kunnen we putten uit de herinneringen en fotoalbums. Een en ander is wel gedigitaliseerd, zodat er hier toch een beeld gegeven kan worden van de reisjes uit het verleden.

Sousse
Susa........
koester u in haar schitterende kostuum van pleister - huizen, muren en daken
zijn alle doordrenkt en bedekt me dezelfde verblindende
tint, die doet lijken op een grote zeemeeuw die zijn sneeuwwitte
verentooi gladstrijkt aan de kust. (uit: Tales of Travel door George Curzon)

Sousse is helaas niet meer het mooie witte stadje dat de Engelsman George Curzon beschreef in zijn Tales of Travel, maar tegenwoordig een van de grootste steden van het land.

 

 


De stad is erin geslaagd een grote industriehaven en een van de belangrijkste toeristenplaatsen te worden. De mooie kustlijn heeft wel te lijden gehad van de exploitatie en ook de kwaliteit van sommige hotels. Desondanks heeft de medina bij de haven nog steeds veel charme. Een van de ongewone dingen is Sousse is dat de treinen dwars door het centrum rijden en de grote vrachtschepen gewoon in de haven liggen, net buiten de medina-muren. Deze 9de eeuws muren zijn nog intact, met uitzondering van een breuk op de Place des Martyrs, veroorzaakt door bombardementen in de oorlog.
Hierbinnen ligt een oeroude stad, met zijn wirwar van straatjes, de geuren van geheimzinnige essences en kruiden, het gezang van bedelaars, de praatjes van de verkopers, de oproep tot het gebed uit de moskeeen, in een bijzondere sfeer.
De oude stad is een uitstekend voorbeeld van de islamitische bouw- en woontraditie en staat sinds 1988 onder bescherming van het cultuurerfgoed van de UNESCO.

Helaas is de medina ook een gewilde plek voor opdringerige souvenirverkopers en zakkenrollers. Kleine criminaliteit komt helaas veelvuldig voor in de drukke toeristengebieden en vooral op de markten en in overvolle bussen kun je ook maar beter je portemonee en waardevolle spullen goed opbergen, of beter nog: veilig in de hotelkluis laten. Grote criminaliteit komt echter nog weinig voor, wat Tunesië -afgezien van bovenstaande- maakt tot een relatief veilig vakantieland.

El Djem
Als we in 1991 van Mahdia naar het zuiden rijden door een zee van olijfbomen, doemt aan de horizon het overweldigende amfitheater op.
Het theater is destijds gebouwd van de winsten uit de handel in de olijfolie.
Ondanks lokale steenrovers verkeert het theater in betere staat dan het Colosseum in Rome, dat als voorbeeld diende bij de bouw.
De schouwspelen die er plaatsvonden waren bloederig, wat de mode was in die tijd; in plaats van gladiatorengevechten keek men er graag toe hoe slaven,
christenenen en misdadigers voor de leeuwen werden gegooid.

 

 

 

Tkrouna


Vanuit ons hotel in Port el Kantaoui hebben we een uitstapje gemaakt naar het markant op een rots tronende oude berderdorp.
Het dorp is grotendeels verlaten, maar de achtergebleven locals hebben het niet zo op toeristen en de om baksjisj en 'stylo's bedelende en scheldende berberkinderen kan ik maar met moeite van m'n lijf houden.

 

..                                            ..                                                    ..                                        ..

 

De pottenbakkers van Nabeul

 

Het strand van Hammamet

DJERBA

De Borj el kebir in Houmt Souk

 

 

De dromedaris - overlevingskunstenaar en schip van de woestijn.

Het arabisch beschikt over meer dan 100 woorden om kamelen te beschrijven: wijfjeskamelen, kamelen van verschillende leeftijden, kamelen met lange benen, agressieve kamelen enz. Ze kunnen meer dan 25 jaar oud worden, de eigenaar heeft de tijd om de eigenaardigheden te leren kennen. De dromedaris is de éénbultige kameel en zeer nauw verwant aan de tweebultige kameel. Ze kunnen samen kruisen en de nakomelingen worden dan hybridekameel genoemd. Deze bastaards hebben één grote bult en worden groter dan de beide ouders. De dromedaris komt oorspronkelijk uit het Midden-Oosten, de kameel uit Centraal-Azië. In Afrika leven zo'n 12 miljoen dromedarissen, de meeste in Somalië en Soedan.

De dromedaris is een onhandelbaar dier. Het trapt bijt en spuwt en jankt wanneer het beladen wordt daar komt nog bij dat het moeilijk luistert naar bevelen. Toch zouden stammen in woestijnlanden niet een bestaan hebben kunnen vinden zonder de kameel. Gedurende meer dan 3000 jaar gebruikt als last- en rijdier, en leverde de kameel hun voedsel, Leer en wol. Ondanks zijn kuren zijn de Arabieren toch van de kameel gaan houden. De kameel is bij uitstek geschikt voor het leven in de woestijn. Het dier kan niet alleen zijn neusgaten sluiten tegen rondstuivend zand, maar kan door met een derde ooglid te knipperen eventuele zandkorrels uit zijn ogen te verwijderen. Dankzij de leerachtige eeltkussens op de poten zakt het dier niet in het zand weg, terwijl de kameel dankzij zijn bijzondere spijsvertering bijna alles kan eten. Met het eeltige eelt oppervlak van de tong en verhemelte kunnen zelfs stekelige planten worden opgegeten. Een dromedaris eet woestijnplanten die lange wortels hebben en soms wel voor tachtig procent uit water bestaan. Maar hij eet ook zoute, uitgedroogde, taaie en doornige planten die andere dieren laten staan. Veel van deze planten zijn rijk aan mineralen, die de dromedaris goed kan gebruiken, maar ze zijn zo zout dat andere dieren er niet van eten. Als er genoeg eten is slaat het dier vet en geen water op in zijn bult. Later wordt dit vet gebruikt en verschrompelt de bult.


Alleen de dromedaris kent de honderste naam van allah en daarom treedt hij zijn menselijke bewonderaars zo hoogmoedig tegemoet. Of een dromedaris nou écht mooi genoemd kan worden is de vraag.
De bewoners van de woestijn beschouwen dit onvermoeibare, sobere last- en rijdier al eeuwenlang als hun belangrijkste hulp. Ze bezingen de dromedaris in hun liederen en laten hem tegelijktertijd werken tot hij de uitputting nabij is.


De dieren hebben zich bijzonder goed aan hun omgeving aangepast, ze kunnen meer dan een week zonder water en drinken dan binnen korte tijd meer dan 100 liter. Een bijzonder gespecialiseerde stofwisseling zorgt ervoor dat nieren en dikke darm aan de voeding nog het laatste druppeltje vocht kunnen onttrekken en dit opslaan, terwijl tegelijkertijd het verlies door verdamping tot een minimum wordt beperkt, omdat het dier zijn lichaamstemperatuur tot 40 graden Celcius kan verhogen. Water wordt niet in de bult opgeslagen maar in de maag. De bult wordt gebruikt als opslagplaats voor vet, wat nodig is voor de produktie van energie en vocht. Op zeer hete dagen kan het dier zonder problemen meer dan een kwart van zijn lichaamsgewicht verliezen.

Een vochtverlies van veertig procent van zijn normale lichaamsgewicht kan hij overleven, terwijl mensen bij een verlies van twaalf procent al gevaar lopen. . Om water te besparen wordt er aan de uitwerpselen maar heel weinig vocht toegevoegd. Bij gebrek aan voedsel halen de dromedarissen voedingsstoffen uit hun urine.

Veel woestijnvolkeren zijn eeuwenlang op de dromedaris aangewezen voor vervoer en als bron van vlees, melk, leer en wol. Een dromedaris kan zijn berijder in één dag zo'n 195 kilometer vervoeren !
Tegenwoordig hebben vrachtwagens, 4x4 terreinwagens en vliegtuigen de vervoerstaak van de dromedaris overgenomen.

Vandaag de dag doen ze nog voornamelijk dienst als rijdier voor de toeristen.


Overblijfselen van de ghorfa's bij Medenine. Vroeger waren ze zes verdiepingen hoog.

Mijn eerste kennismaking met de woestijn in 1991 met Chagib

 

 

TUNESIE 2010 VERVOLG

............................... ...................................

 

 

 

De Kerkenna-eilanden (Arabisch: 'قرقنة', Frans: Les îles kerkenna) zijn Tunesische eilanden in het noorden van de Golf van Gabes die deel uitmaakt van de Middellandse Zee. De eilanden liggen voor de kust bij de stad Sfax, van waaruit er een regelmatige veerdienst is. De archipel bestaat uit zeven eilanden, waarvan er twee, het westelijke Gharbi eiland en het Chergui eiland, bewoond zijn. Andere eilanden zijn onder meer Chermadia, Gremdi, Rakkadia, Roumedia en Sifnou.
De voornaamste stad van de eilanden is Remla.

In 2003 hadden de eilanden samen ongeveer 15.000 inwoners. In het toeristische hoogseizoen verblijven er veel meer toeristen dan inwoners op de eilanden. Het eiland kent zeer veel zonuren per jaar, en ook in de winter is het klimaat zacht door de matigende invloed van de zee.

De Romeinse naam voor de Kerkenna eilanden is Cercina. Deze naam zou volgens de overlevering zijn afgeleid van de tovenares Circe die hier Odysseus tijdens zijn omzwervingen opving. De eilanden werden door Gaius Marius gebruikt als land voor zijn veteranen. Historisch gezien was de ligging van de eilanden strategisch voor de scheepvaart in de Middellandse Zee. Al in de Fenicische tijd deden schepen de eilanden aan op weg van en naar het oostelijk deel van de Middellandse Zee. Onder de archeologische opgravingen bevinden zich ook Romeinse

 

De Kerkennah eilanden liggen 20 km uit de kust bij Sfax. Vandaaruit vertrekt de veerboot, die meerdere keren per dag in één uur naar de eilanden vaart. http://kerkennah.free.fr/sonotrak/indexsonotrak.htm
Mijn plan is om een paar dagen te verblijven in hotel Cercina -waarvan ik goede recensies gelezen heb- en vandaaruit van het eiland genieten. Het lijkt me leuk om per huurfiets dit eiland te verkennen.

Behalve de Kerkennah eilanden spreekt ook het noorden mij aan. Tabarka, Bizerte en het nationaal park Ichkeul hoop ik in de nabije toekomst ook nog eens met een bezoekje te vereren.
Maar mijn hart ligt vooral in de woestijn. Naar Tozeur wil ik nog eens terug om het stadje wat uitgebreider te bekijken en een ritje met de Lezard Rouge lijkt me ook een belevenis.http://www.fahrplancenter.com/SNCFT_Bilder_Selja.html Deze koloniale toeristentrein rijdt het schitterende traject van Metlaoui door de kloof van Selja over een historische spoorlijn die in het verleden gebruikt werd voor de transport van fosfaaterts, een belangrijke bron van inkomsten voor Tunesie.
Ook het Saharafestival in Douz lijkt me fantastisch om mee te maken, maar helaas is dit altijd in onze kersttijd, wanneer ik toch liever wat dichter bij huis en haard ben.

Dus..................plannen en ideeen genoeg, rest nog om tijd en gunstige omstandigheden te vinden om deze te realiseren. Maar dat is precies waar het -vooral de laatste tijd- aan ontbreekt en het verlanglijstje beperkt zich niet bepaald tot deze bestemming. Het leven is een kwestie van keuzes maken en van een flinke dosis geluk. De vraag: wanneer? blijft daarom helaas nog even onbeantwoord. We keep on dreaming.....

Maak jouw eigen website met JouwWeb