Syrië

Syrië

الجمهوريّة العربيّة السّوريّة
al jumhuriyah al arabiyah as-suriyah

De arabische republiek Syrië is een land in het midden-oosten en grenst in het westen met een 180 km lange kuststrook aan de middellandse zee, in het noorden deelt het met Turkije een 800 km lange grens, in het oosten en zuidoosten zo'n 600 km met Irak, in het zuiden 350 km met Jordanië en in het zuidwesten 280 km met Libanon en 80 km Israël.
Syrie heeft een omtrek van ca 2300 km en is daarmee ruim 2,6 maal het grondgebied van de Benelux.
De Eufraat doorsnijdt het land van noordwest naar zuidoost. de bevolking bestaat uit 89% arabieren, 9% koerden, 1% armeniërs en 1% tsjerkessen. Zij zijn in meerderheid soennitische moslims, maar er is een belangrijke christelijke minderheid.
De munteenheid is het Syrische pond (syp) = 100 piaster (1 euro = ongeveer 60 syp -in 2005-).

In 2005 hebben we een kort bezoekje aan dit land gebracht en in september 2007 zijn we nog eens teruggegaan naar Damascus.

De variatie van het syrische landschap, rivierbeddingen, vruchtbaar landschap, mooie kusten in afwisseling met onherbergzaamgebied van de woestijnen en bergketens, wordt misschien nog overstroffen door de verbazingwekkende afwisseling van het duizenden jaren oude cultuurgoed. In het westen realiseren wij ons veel te weinig hoeveel onze beschaving te danken heeft aan en afhankelijk is geweest van wat in het oosten begonnen is. Of het nu de oorsprong is van ons alfabet, van de christelijke godsdienst of van de stedenbouw is.


KRAK DES CHEVALIERS
Oftewel AQalaat al-Hosn, is het grootste en best bewaard gebleven Frankische kasteel in het Midden Oosten. Het is een voorbeeld van middeleeuwse militaire vestingbouw.
Ook nu is het fascinerend om te zien hoe het 600 m hoog gelegen slot steeds het gezichtsveld inglijdt, vanwaaruit je ook kijkt. Als we de laatste eteppe vanaf de grote weg omhoog rijden, zien we pas goed de steilte van de berg waarop het slot ligt.
De omvang dringt pas door als we ons een weg banenen door de nauwe straatjes van het dorp, dat aan de voet van Krak ligt.

 

Sinds 1927 is er door verschillende archeologische missies aan de conservatie van de burcht gewerkt. Hiervoor moest de bevolking die zich gevestigd had in de ruïnes uit het kasteel verhuizen. Deze inwoners kregen een nieuw dorp,gebouwd aan de voet van het kasteel.
Vanuit de toren van het kasteel is een prachtig uitzicht over het dorp en de omgeving. Naar het westen richting de zee zien we verderop het vestingstadje Safita. Naar het zuiden liggen het Libanon en Anti-Libanon gebergte.


Couvent de st georges. Dit klooster ligtbij het dorp Marmarita, enkele kilometers van het Krak des Chevaliers. het kloostercomplex bestaat uit drie nivo's. De oudste resten zijn byzantijns, de tweede laag zou uit de 12e eeuw zijn. De 'nieuwe' kerk werd een nivo hoger in de vorige eeuw gebouwd. Een gedeelte van het complex wordt gerestaureerd. de overige kloostergebouwen zijn modern.
In de kerk was bij ons bezoek een doopdienst bezig en werden we gastvrij getrakteerd op doopsuikers. het kind werd op othodoxe wijze geheel in het heilige water ondergedompeld.

 

LATAKIA

Latakia is na Damascus, Alepo en Homs de vierde grote stad van Syrie met ca 450.000 inwoners. Latakia is zeker niet de aantrekkelijkste stad van het land en evenmin de meest typische. Op het eerste gezicht is dit een stad zoals vele andere havensteden aan de Middellandse Zee. Helaas zijn de sporen van de lange geschiedenis van deze stad door nieuwe bouwactiviteiten verdwenen.
Deze opmerkelijke groei in de laatste vijfentwintig jaar dankt Latakia aan haar haven, waar het grootste deel van de Syrische import- en exporthandel doorheen gaat.
Ook vertrekken hier de grote veerboten naar Turkije en Cyprus.
De belangrijke plaats die de haven inneemt, lijkt te verhinderen dat de stad de sfeer van baplaats ademt. De hotels en vakantiebungolows ligen ca 8 km naar het noorden aan een baai die Blue Beach heet. De Syrische bevolking trekt in de zomermaanden graag naar de stranden in de omgeving van Latakia. De zee is meestal troebel en het strand nogal eens bezaaid met afval.

 

DAMASCUS دمشق
In de Arabische volksmond heet de stad Sjam.

De stad ligt te midden van een buitengewoon grote en vruchtbare oase en dankt haar bestaan aan de rivier Barada, die de oase van water voorziet. Het is waarschijnlijk door deze ligging, aan de rand van een droog gebied, dat Damascus van oudsher in verband wordt gebracht met de Hof van Eden. En niet alleen het Paradijsverhaal, maar vele andere gebeurtenissen uit de bijbel zouden in en rondom Damascus hebben plaatsgevonden. Hier doodde Kain zijn broer Abel, werd Abraham geboren en vonden Maria en Jozef een schuilplaats. De voetstappen van de profeet Mohammed zijn in een voorstad van Damascus te zien, Paulus werd hier bekeerd en het hoofd van Johannes de Doper werd in deze stad vereerd. Dit aureool van heiligheid is altijd om Damascus blijven hangen, ook toen de stad haar belangrijke politieke en religieuze positie allang had verloren.

 

In september 2007 zijn we vanuit Amman naar Damascus gereden voor een bezoek aan deze stad.
De grensformaliteiten slaan een groot gat in de beschikbare tijd, we worden van hot naar haar gestuurd, stempeltjes worden gezet en weer afgekeurd. Na behoorlijk wat machtsvertoon krijgen we de benodigde visa en mogen we uiteindelijk, na de meer dan twee uur durende grensformaliteiten, toch het land binnenrijden.

 


Damascus is met zo'n 6 miljoen inwoners de grootste stad van Syrie en mag zich erop beroemen de oudste continue bewoonde stad van de wereld te zijn. Opgravingen rond de Omajjaden-moskee heben 5000 jaar oude vondsten aan het licht gebracht. Sinds 1979 staat de oude stad van Damascus op de Culural Heritage List van Unesco.
Damascus heet in het Arabisch Dimashq ash-Sham, waarbij ash-Sham (oud arabisch voor noorden) Syrie betekent.

We maken al gauw kennis met de stad, die meteen heel anders oogt dan Amman, dat hiermee vergeleken een rustig plaatsje is. Wat een drukte en wat een chaotisch verkeer hier in de stad, die met 6 miljoen inwoners de laatste 30 jaar een gigantische groei heeft doorgemaakt. De middeleeuwse binnenstad van Damascus, omgeven door een goed bewaard gebleven stadsmuur, is in zijn geheel tot Unesco-werelderfgoed verklaard. En terecht: het is echt een schitterend gebied en als je hier rondloopt komen de Middeleeuwen weer tot leven. Een labyrinth van smalle straatjes met vakwerkhuisjes, eeuwenoude kloosters, kerken, Mariakapelletjes, moskeeen, medresses (koranscholen) en Khans (Ottomaanse handelshuizen rond een binnenplaats) ligt in een kring rond het hart van de stad: de souks. Dit zijn smalle, overdekte bazaarstraatjes, die uitpuilen van kleine winkeltjes en stalletjes, die op hun beurt weer uitpuilen van de verkoopwaar. Bij elkaar 12 kilometer winkelstraat! De oudste straten zijn meer dan 2000 jaar oud (en worden genoemd in de bijbel) en hebben winkelfacades uit de Romeinse tijd. Veel winkeltjes zijn in de Ottomaanse tijd opgeknapt en hebben prachtige 19e eeuwse inrichtingen. Massa's mensen wriemelen door de straatjes, veel Iraanse pelgrims in chador (zwarte, alles bedekkende lap), want Damascus is na Mekka, Medina en Jerusalem de 4e heilige plaats voor de Islam. We zien vrijwel geen andere westerlingen hier.
Voor alles is er een eigen souk: een kruidensouk (waar het overheerlijk ruikt), een tapijtsouk, een damastsoek, een brokaatsoek, een waterpijpsoek etc. etc. Wat een fantastische stad, een sprookje uit 1001- nacht.

Vanuit het martelaarsplein lopen we naar de oude stadspoort en door de overdekte souk en de smalle straatjes van de oude stad naar het Nationaal Museum. De oude stad is echt indrukwekkend met verrassende doorkijkjes en binnenplaatsen, mooie poorten en geveltjes met prachtige houten erkertjes.

Achterin de museumtuin valt de ingang van het museum meteen op. Hier is namelijk de facade van het 8e eeuwse woestijnkasteel Qasr al-Hayr al-Gharbi uit de buurt van Palmyra steen voor steen weer opgebouwd.

We lunchen in een authentiek en gezellig restaurantje midden in de medina, het uitgebreide Syrische buffet met vele soorten kleine hapjes, net als in Turkije en Griekenland mezze genoemd, is echt overheerlijk.

 

Na deze voortreffelijke maaltijd lopen we naar het Azempaleis, de binnenplaats met fontein en waterbekken, mooie bomen en bloemen is als een oase in de drukke oude stad. In de verschillende kamers illustreren poppen in kostuum het leven van alledag uit de 18e eeuw. 

 

 

Een volgende korte wandeling brengt ons naar de Omajjaden-moskee aan het uiteinde van de overdekte bazaar.
Hier worden we verplicht gehuld in een lange jas met capuchon, zodat we keurig van kop tot teen bedekt de binnenplaats met mooie marmeren vloer kunnen betreden.

Wat meteen opvalt is de aparte mozaiëkversiering in groen en goud die stamt uit de 8e eeuw. De landschappen en stadsgezichten vol bomen, rivieren, tuinen en huizen symboliseert de oase Damascus als paradijs op aarde. Mensen komen op de afbeeldingen niet voor, geheel volgens de islamitische leer die het afbeelden van mensen als afgoderij zag.

Het achtoekige elegante gebouwtje op antieke zuilen en met originele mozaïeken dateert uit 788 en diende in de Omajjadentijd als kluis voor de staatskas.

De gebedszaal is door twee rijen Korinthische zuilen in drie schepen verdeeld en door de grote omvang en de herhaling van de zuilen interessant. Helaas zijn vele kunstschatten in de loop der eeuwen verwoest door verschillende branden.

Het hoofd van Johannes de Doper wordt als relikwie bewaard onder een fraai marmeren koepelgebouwtje en vereerd door de vele gelovigen die de muren kussen en aanraken.

 

Aan het einde van de dag slenteren we nog even langs de souks en kopen we een lekker glaasje limonade van een van de waterdragers die hier hun drankjes aan de man brengen. In tegenstelling tot Marakech en andere toeristische trekpleisters staan ze hier niet om te poseren voor de toeristen, maar doen ze, zo te zien, goede zaken bij de locals die hier tussen het boodschappen doen even wat komen drinken.

Het is erg druk in de bazaar, je kunt hier over de koppen lopen. Iedere keer weer vind je een facinerende en unieke sfeer in de souks en ik raak niet uitgekeken.

Veel te snel is de dag voorbij en tijd om weer terug te keren naar Jordanie, waar ons ook nog een en ander te wachten staat.

Onderweg naar Amman raken we op de snelweg betrokken bij een bijna fataal ongeluk. Een tankwagen komt ineens uit de tegengestelde richting door de middenberm geschoten, recht op onze bus af. Personenauto's, vracht- en bestelwagens schieten rakelings langs elkaar heen en stuiven alle kanten op om elkaar en de tankwagen te ontwijken. Even lijkt het alsof de tankwagen in brand vliegt, maar het blijkt een grote rook- en stofwolk te zijn waarin hij verdwijnt.
Net op tijd kunnen de chauffeurs bijsturen en een catastrofe voorkomen. Het is een groot wonder dat er geen botsing ontstaat en wij en onze medeweggebruikers met de schrik vrij komen.

Ondanks deze beangstigende ervaring was vandaag zeer de moeite waard en heeft de reisorganisatie niets teveel beloofd als Damascus een fascinerende stad in een Arabisch sprookje genoemd wordt.