Na acht jaar zijn we in januari 2015 weer een paar dagen in Dubai, de hoofdstad van het gelijknamige emiraat aan de Perzische Golf.

Dubai zorgt al jaren voor veel opschudding en is vandaag de dag bij iedereen bekend; het bouwt eilanden in de vorm van palmen midden in de Gof, organiseert jaarlijks de duurste golftoernooien en paardenraces en bezit de hoogste gebouwen ter wereld. Maar niet in het minst komen we hier om te genieten van de winterzon op een kleine zeven uur vliegen van Schiphol.

 

Enkele decennia geleden was Dubai nog een klein, traag havenplaatsje, maar inmiddels heeft het zich van de oude stadskern aan de Creek over tientallen kilometers in westelijke richting naar de door wolkenkrabbers omringde Dubai Marina uitgebreid.

De geschiedenis van het emiraat en de stad Dubai begint bij Al Khor, oftewel de Dubai Creek, een smalle zeearm die door de speling van de natuur als een vinger 14km ver het vlakke woestijngebied aan de Perzische Golf insteekt. Deze zeearm, die lijkt op een rivier, lag als natuurlijke haven aan de basis van alle welvaart.

The Creek, zo heet hij in de taal van de met de geschiedenis van Dubai nauw verbonden Britten, is tot op de dag van vandaag een bedrijvig centrum. Er varen honderden houten dhows van de ene naar de andere oever en langs de kademuren.

Aan de monding van de Creek vestigden zich ongeveer 150 jaar geleden de bedoeïnen, van wie de kinderen tegenwoordig als Dubainaren tot de welvarendste mensen ter wereld worden gerekend.

De Creek scheidt het historische stadscentrum van Dubai in het westelijke Bur Dubai en het oostelijke Deira. Tot halverwege de jaren zestig van de vorige eeuw bestond de stad alleen uit deze twee delen. Hier in het historische Dubai, liggen beide souks en de wijk Bastakiya, met gerecontrueerde traditionele gebouwen met windtorens. Omstreeks 1900 kwamen Iraanse handelaren als immigranten naar Dubai. Ze vestigden zich aan de oevers van de Creek in twee verdiepingen tellende lemen huizen, met binnenplaatsen en windtorens. De oude stadswijk Bastakiya raakte in verval, maar werd vanaf 1990 gerestaureerd en voor een deel ook gereconstrueerd. Sinds 2005 zijn de huizen weer bewoond en de stegen vol leven en souvenirswinkeltjes. Deze steegjes moeten niet alleen toeristische bezoekers, maar ook de huidige bewoners van het emiraat een beeld geven van het bedoeienleven van nog niet zo lang geleden in de tijd van vóór de olie.

 

 

Hier beginnen wij ons bezoek aan de stad, met een wandeling langs de voor anker gelegen dhows aan de oever van de Creek en een boottochtje. Voor 100 dirham (25 euro) per uur huren we een abra, het traditionele smalle houten bootje waarvan er vele varen over de Creek, voor een prive tochtje. Met een beetje fantasie is het als een reis terug in de geschiedenis van de zeehandel aan de Perzische Golf. We zien bij de pakhuizen aan de kade hoe de schepen nog steeds met de hand worden uitgeladen. De dhows en alle bedrijvigheid aan de boulevard bepalen tot op de dag van vandaag het leven op de Creek, al domineren langs de oevers tegenwoordig de moderne hoge gebouwen van staal en beton. Hier weerspiegelt zich de ontwikkeling van de stad. Op de Deirakant staan de gerestaureerde windtorens en in zuidelijke richting glinsteren de glazen gevels van de moderne financiële en commerciële wolkenkrabbers in de zon waar zeemeeuwen ons begeleiden over het water.

Om de Creek over te steken varen watertaxi's en abra's tussen vaste aanlegsteigers voor één dirham per persoon heen en weer. De smalle boten beschikken over een schaduwrijk dak dat nu alom voor reclameboodschappen wordt gebruikt. Tien passagiers zitten aan elke kant haaks op de vaarrichting rug aan rug en tijdens de vaart zien we de skyline van de Deira- of de Bur Dubai-oever voorbij glijden.

Weer terug bij het Bur Dubai Abra Station is het niet ver lopen naar het metrostation Al Ghubaiba waar we voor 22 dirham een dagkaart voor het openbaar vervoer aanschaffen. Voor omgerekend ongeveer 5,50 euro kunnen we de hele stad door met bus, metro, tram en waterbus. De tramlijn is enkele maanden geleden in gebruik genomen en heeft een verbinding met de monorail, die over Palm Jumeirah heen en weer rijdt.

 

 

Het emiraat staat bekend om zijn wereldrecords. Inmiddels zijn het niet alleen meer de architectonische waagstukken voor de kust zoals het drie palmenproject of de kunstmatige eilandengroep The World waarover de hele wereld spreekt.

Sinds 2010 stelt de reusachtige Burj Khalifa alle wolkenkrabbers in de wereld in de schaduw. Pas tijdens de opening op 4 januari werd bekend gemaakt dat de uiteindelijke hoogte 828 meter bedroeg. (deze hoogte is na meting bijgesteld op 829,84 m) 

Ter vergelijking: het Empire State Building in New York komt 'slechts' tot 381 meter.

In de Burj Khalifa, die tot zijn voltooiing de Burj Dubai heette, heeft de bekende Italiaanse modeontwerper Giorgio Armani zijn eerste hotel geopend. Nadat de heerser van het aangrenzende Aub Dhabi, Khalifa Bin Zayed Al Nahyan, zijn in financiële nood verkerende neef in Dubai met een miljardenbedrag ondersteunde, besloot sjeik Mohammed Bin Saeed Al Maktoum van Dubai zijn toren de naam van zijn genereuze familielid te geven.

 

De totale kosten voor de bouw van Burj Khalifa bedroegen zo’n 1,3 miljard euro. Het totale project “Downtown Dubai” heeft tegen de twintig miljard euro gekost. 
Burj Khalifa is goed voor een aantal records zoals de hoogste moskee (158e verdieping), ‘s wereld’s hoogste restaurant (122e verdieping), het gebouw met de meeste verdiepingen (160) en nog veel meer.

Wie dol is op cijfertjes: het watersysteem in Burj Khalifa transporteert dagelijks een kleine miljoen liter water door ongeveer honderd kilometer aan waterleidingen. Het gebouw telt 24.348 ramen die goed zijn voor 120.000 vierkante meter aan glasoppervlakte. Het systeem om de ramen te wassen kostte maar liefst 8 miljoen USD. Gedurende de drukste dagen waren er maar liefst tienduizend mensen bezig met de bouw van Burj Khalifa.

 

 

 

Iedereen heeft zijn persoonlijke mening over Dubai. Het emiraat is een voorbeeld van grootheidswaan, van luxe en verspilling, een toonbeeld van superlatieven, van futuristische ontwerpen van succesvolle ondernemers en van nieuwe wereldwonderen.

Het is deze staat aan de Perzische Golf gelukt om met fantastische architectuur, gigantische winkelcentra, indrukwekkende luxehotels, opwindende vrijetijdsbestedingen en hoogwaardige evenementen, lange zandstranden en bijzondere sportfaciliteiten, miljoenen toeristen per jaar te trekken.

Ook bij mij heeft de Golfregio terrein gewonnen. De Arabische sfeer die mij zeker aanspreekt en de veiligheid zijn slechts twee redenen voor de aantrekkelijkheid. De indruk van een exotisch land, het naast elkaar bestaan van traditionele islamitische cultuur en ultramoderne gebouwen, van moskeeën en speedboten, van de witta dishdasha's en de bikini's van Dolce&Gabbana in de etalages. De winterzon, relatief korte vliegtijd, de schone zandstranden en de woestijn direct voor de deur zijn een paar andere pluspunten. Dubai laat zien wat met geld tot stand gebracht kan worden en hoe rijkdom gebruikt kan worden om de bevolking tevreden te stellen.

Alhoewel het mijn favoriete bestemming nooit zal worden, daarvoor is de stadsdrukte te groot, hoop ik hier nog wel eens terug te keren in de verre en/of nabije toekomst.

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb