MARRAKECH 2009

 

Het voorgenomen vervolgbezoek aan Marrakech vindt plaats in januari 2009, wanneer ik weer eens een ticket voor een mooi prijsje weet te bemachtigen. Deze keer ben ik van plan om vanuit Marrakech de bus naar Ouarzazate te nemen. Deze plaats wordt ook wel de poort naar de woestijn genoemd en ligt ingeklemd tussen de Sahara en de hoge- en anti Atlas. Ik verheug me erop om door de vestingstadjes in de buurt te dwalen, de kasba's en ksours te bewonderen en te wandelen in een berglandschap met kloven, canyons, valeien en oases.
In Ourzazate ligt een grote filmstudio en de stad wordt dan ook wel het Hollywood van Marokko genoemd.
Dat alles klinkt veel belovend en mijn plan is dan ook zo gemaakt. Vol verwachting stap ik weer in bij vriend Ryanair, echter later zal weer eens blijken dat je niet alles in eigen hand hebt.

In Marrakech heb ik een kamer in een riad gereserveerd, een oud huis midden in de medina. In eerste instantie is het even slikken als ik zie waar ik tercht kom. Door een wirwar van straatjes, steegjes en paadjes, door diverse poortjes in de stadmuur en andere omheiningen, kom ik bij het huis. Natuurlijk ben ik alle orientatie kwijt en mijn eerste gedachte is dan ook hoe ik dit ooit terug kan vinden in deze chaotische doolhof. Brommers en ezelskarren scheuren aan alle kanten voorbij door het smalle steegje. Uiteindelijk aangekomen bij het huis, ziet het er in deze oude en vervallen omgeving eerder
uit als een kippenhok dan als een mooi verbouwde riad.
Maar eenmaal binnen verdwijnt mijn twijfel al snel. het huis is prachtig gerenoveerd in oude Marokkaanse stijl en ik heb het hele huis met groot dakterras én alle personeel helemaal voor mij alleen. Het is er ongeloofelijk rustig en -naar later blijkt- toch ideaal gelegen tussen het el Badi en la Bahia paleis en niet ver van de kasbah.

 

Riad is het arabische woord voor tuin. De riad heeft traditioneel een binnentuin of patio met een waterbasin en fontein. Met de prachtige inrichting ziet er huis er binnen sprookjesachtig uit.

Mijn riad ligt in de Mellah, de Joodse wijk. Ik ga dan ook een bezoekje brengen aan de synagoge. Zoals alle bezienswaardigheden in de medina, is deze ook moeilijk te vinden, verstopt achter een muur en als enige toegang een laag deurtje in de muur waar ik alleen gebukt doorheen kan. Vrij brutaal loop ik door het poortje de binnenplaats op en al gauw verschijnt een norse, oude man. Hij is toch vriendelijker dan hij eruit ziet als blijkt dat hij wel een fooi kan vangen, want uiteindelijk opent hij speciaal voor mij de synagoge.
In deze ommuurde Joodse wijk, achter het Bahia paleis, wonen nu merendeels moslims. Ooit woonden er meer dan 35.000 joden hier in de Mellah van Marrakech, maar deze zijn in de jaren '60 verhuisd naar Israël of andere plaatsen met een grote joodse gemeenschap. Vandaag de dag wonen er nog zo'n kleine 200 joden hier in de wijk, die tot de armste van Marrakech behoort.
Het is dan ook een wijk met een eigen uitstraling en een aparte sfeer, hier komen niet veel toeristen. Later begrijp ik dat het ook niet de meest veilige wijk is waarin ik me begeef. Het wordt ten zeerste afgeraden om hier 's avonds alleen rond te lopen, maar overdag kan ik het niet laten om toch een kijkje te nemen. Afgezien van wat opdringerige jongelui heb ik me niet echt onveilig gevoeld.

Marrakech is gelegen in het westen van Noord-Afrika. De medina is door Unesco tot het wereldergoed verklaard. Zowel geografisch als klimatologisch is het een interessante plek: de stad ligt in de vlakte, maar is omringd door het hooggebergte van de Atlas. Dit gebergte levert de stad niet alleen heel wat levensmiddelen op, maar voorziet ook jaarrond in het levensnoodzakelijke water. zonder dat water zou de stad nooit zo'n rijke geschiedenis hebben gekend.
De stad is gesticht in 1062 door de Armoravidische sultan die er de hoofstad van zijn rijk vestigde. De daarop volgende dynastiën brachten veel rijkdom naar de stad, zodt ze steeds mooier en welvarender werd.
Nadien kwamen de almohaden, aan wie de stad haar mooiste moskee te danken heeft, de Koutoubia. In de 13e eeuw beslissen de Mereniden om hun machtscentrum uit te bouwen in Fes en ze plunderen Marrakech. Aan dit verval komt pas drie eeuwen later een einde dankzij de Saadiërs. Zij schenken Marrakech enkele pareltjes van architectuur, zoals het helaas verwoeste Badi-paleis, enkele koraanscholen, prachtige moskeeeén en tal van fonteinen. Ze richten er ook graftombes op, die tot vandaag de dag te bezichten zijn.
Jammer genoeg wordt deze pracht en praal weer vernietigd door de Alaouiten, die op hun beurt Meknes als hoofdstad verkiezen en de luister van Marrakech vernielen.
Dan is het wachten op sultan Moulay Hassan, die uiteindelijk het paleis de moskeeeën en de menara restaureert. Hij schenkt ook de stad het Bahia-paleis.

Het Bahia paleis werd opgetrokken op het einde van de 19e eeuw en in de loop der jaren vergroot. het groeide uit tot de verblijfplaats van de koninklijke familie. het paleis is tegelijk sober en verfijnd. het telt prachtige verblijven met cederhouten plafonds, weelderige ontvangstzalen, binnentuinen vol bomen en planten en natuurlijk een prachtige marmeren binnenplaats voor de harem.

Tijdens mijn wandeling door de oude stad kom ik veel mensen tegen die graag op de foto willen voor wat bakshies. Alleen al het feit dat je toerist bent en een vliegticket en camera kunt betalen is genoeg om aangemerkt te worden als als rijke westerling. In principe ben ik er op tegen om geld te geven voor het maken van foto's. Op het Djemaa el Fna staan voor de gelegenheid als waterdrager uitgedoste mannen op toeristen te wachten om foto's te maken. Ze schromen er niet voor om op een intimiderende wijze tientallen euro's te vragen voor een foto. Ook geld geven aan kinderen is ongewenst. Het gevaar bestaat dat een kind ingezet wordt om te bedelen en zo bij toeristische trekpleisters een aardig bedrag ophaalt. Het kind kan dan gemakkelijk meer aan het gezinsinkomen bijdragen dan de ouders en wordt voor deze doeleinden van school gehouden.
Hier rondlopende in de armere wijken is het een ander verhaal. Het is een goede islamitische gewoonte om wat te geven als je daartoe in staat bent. Voor oudere of gehandicapte bedelaars heb ik deze gewoonte overgenomen. Er schijnen hier wel opvanghuizen en hulporganisaties te zijn, maar deze sociale voorzieningen zijn minimaal. Op deze manier kan ik mijn steentje bijdragen en dat werkt volgens mij beter en efficienter dan een donatie aan een westerse goede-doelen-organisatie.

 

De vijf zuilen
De islam is gebaseerd op vijf zuilen of pijlers. De eerste is de geloofsgetuigenis: 'la illah ilallah' er is geen god behalve allah. Nummer twee zijn de vijf verplichte gebeden per dag: het ochtendgebed, middaggebed, namiddaggebed, het gebed ij zonsondergang en het avondgebed. Als derde is er ramadan, de vastenmaand, waarin moslims verplicht zijn te vasten vanaf het moment dat het licht begint te worden tot aan zonsondergang. Dan is er de 'zakat' of verplichting om aalmoezen te geven. Als laatste is er de hajj, of pelgrimstocht naar Mekka in de daarvoor geëigende maand. Deze pelgimstocht is alleen verplicht wanneer men er financiël toe in staat is.

Marokko is één van de vijf landen van de Maghreb, waartoe ook Mauretanië, Tunesië, Algerije en Libië behoren. De oorspronkelijke leefwijze van de bevolking van de Maghreb is nog altijd het beste te zien hier in de medina. In de kleurrijke wirwar van de hoogommuurde straatjes in de eeuwenoude medina gaan de cultuurhistorische juweeltjes van de Arabische traditie schuil.
Door de snelle bevolkingsgroei en de trek van het platteland naar de stad, zijn de roodbruine muren inmiddels opgengebarsten. Erbuiten ontstaan nieuwe woonwijken in een moderne bouwstijl. Traditonele oosterse zeden, maghribijnse gewoonten en de overname van West-Europese levenspatronen zorgen voor een verwarrend mengsel, waarin het accent nu eens op traditonele dan weer op moderne aspecten ligt. De polaristatie van rijk en arm brengt in de stad scherpe contrasten met zich mee die zowel fascinerend als schokkend zijn.

De stadsmuur rond de medina is opgericht in de 12de eeuw door de Almoraviden. In de eeuwen die volgden breiden de Almohaden en de Saadiërs de muren verder uit. Tot op vandag is de vestingmuur zo'n 13 km lang en telt hij een 200- tal vierkante torens, de bastions. De muren zijn opgetrokken uit rode leemmortel en kalk, ook typisch voor de rest van de oude stad. Ze zijn tot twee meter dik en voorzien van een tiental poorten of 'babs'.
Het best bewarde deel ligt ten westen van de medina. Bij zonsondergang geniet je hier van een adembenemend zicht op de besneeuwde toppen van het Atlasgebergte.

Menara
In dit warme land is water een kostbaar goed. De tuinkunst en de drang om de natuur te beheersen is hier dan ook een voortdurende uitdaging. Maar wat geeft meer voldoening dan erin slagen om het wondermooie Eden te herscheppen, waarnaar ook de Koran verwijst?
De Menara is een olijventuin van wel honderd hectaren, waarschijnlijk gesticht ten tijde van de Almohaden. Oorspronkelijke bronnen vermelden al het indrukwekkende waterbassin van 30.000 vierkante meter, dat dienst doet als waterreservoir voor de olijfbomen.
De tuinen vormen een traditionele bestemming voor familie-uitstapjes. Een uitgelezen plek ook, om op het einde van de dag met wat vrienden verfrissing te zoeken en samen te genieten van de zonsondergang die weerkaats in het water van de vijver.

 

Dit weelderige paleis is opgericht door de Saadiërs in de 16de eeuw. Nog geen eeuw later kwamen de Alaouiten die het paleis plunderden en vernielden. Tegenwoordig resten alleen het voorplein, de baden, de ondergrondse galerijen, een paviljoen, delen van de omwallingen de hoge ommuring waarop nu ooievaars nestelen.
De pracht en praal van het paleis is helaas vervlogen. Nochtans moet het gebouw in die tijd een overweldigende indruk hebben gemaakt: er waren niet minder dan 360 kamers, gegroepeerd rond een grote binnenruimte en met zicht op een immense vijver van wel 90 meter.
Nu zijn voor mij persoonlijk de vele ooievaars die hier op de oude muren hun broed- en woonplaats hebben gevonden de grootste bezienswaardigheid.

 

 

OUZOUD

Als ik ga informeren voor de bus naar Ouarzazate hoor ik dat de enige weg van Marrakech in die richting is afgesloten. Door sneeuwval is de Tizi 'n Tichka bergpas geblokkeerd en zal de komende dagen dicht blijven. De pas op 2260 meter hoogte gelegen is de hoogst bereidbare weg in Marokko, alleen nu dus ff niet. Gemiddeld enkele dagen per jaar valt er in de winter zoveel sneeuw dat de weg moet worden afgesloten en dat lot tref ik nu net in de paar dagen dat ik hier ben. Mijn plannetje gaat dus niet door. Nou ja, gelukkig maar dat er geen risico's genomen worden en dat ik niet aan de andere kant van de gesloten pas sta als mijn vliegtuig naar huis vertrekt of erger. Maar Ouarzazate en omgeving gaat deze keer niet door, helaas.
Balen, maar inovatief als ik ben bedenk ik wel een alternatief.
Plan B wordt Ouzoud, zo'n 150 km ten noordoosten van Marrakech en bekend vanwege de waterval.
Samen met een stel uit Londen (waarvan de jongen oorspronkelijk uit Trinidad komt, dat ik helaas over heb moeten slaan omdat ik destijds de vlucht vanuit Tobago mistte) ga ik richting de waterval.

De watervallen liggen in het kleine dorpje Tanaghmeilt in het Atlas gebergte in de provincie Azilal. Het woord Ouzoud betekend olijf in de taal van de berbers, naar de vele olijfbomen hier in de omgeving. Volgens een jongen uit het dorp komt hier de beste olijfolie ter wereld vandaan. Waar hebben we dat ook weer eerder gehoord?
Vanaf een hoogte van 110 meter stort het water naar beneden. De watervallen zijn niet echt spectaculair, maar zeker wel de moeite waard. Wat het vooral erg leuk maakt zijn de berberapen die hier in het wild leven. Ze zijn erg tam en helemaal gewend aan de toeristen komen ze bedelen om wat lekkers. Samen vormt het een prachtig beeld, met als extra een mooie regenboog en het geluid van het neerstortende water. De natuur en het landschap in deze omgeving is mooi en je kunt een leuke wandeling maken in de omgeving van de waterval. Er loopt een pad naar beneden, zodat je het natuurverschijnsel van alle kanten kunt bewonderen.